Voeding
Ieder kind moet na de geboorte leren drinken en leert dit op zijn eigen tempo en manier. Sommige kinderen leren dit snel en andere hebben meer hulp nodig. Bij kinderen met een schisis (spleet) kan dit leerproces anders verlopen. Zij hebben vaak meer hulp nodig dan een ander kind.
Direct naar
Deze linkjes leiden u naar de website van het UMC Utrecht/ WKZ
Basisvoorwaarden om te leren drinken
In het begin reageert een baby met de mond reflexmatig op aangeboden voeding. Vanaf twee tot ongeveer vier maanden worden de meeste reflexen vervangen door willekeurige bewegingen. Vóór deze periode is het belangrijk dat een baby goed leert drinken. Als een baby leert drinken na deze periode zal het meer moeite kosten, omdat het geen gebruik meer kan maken van deze reflexen.
Hieronder staan een aantal voorwaarden beschreven die nodig zijn om uw kind veilig te leren drinken.
Kijk naar uw kind en schakel als het nodig is onze hulp in.
Voor de start van de voeding
Voor de start van de voeding
- Is uw kind wakker en zoekt uw kind zelf naar de speen of tepel als het de wang aanraakt?
- Is de ademhaling rustig?
- Ligt uw kind comfortabel en goed gesteund
- Kan uw kind deze houding volhouden tijden de voeding?
Tijdens de voeding
- Blijft uw kind alert en kan uw kind deze verhouding volhouden tijdens de voeding?
- Zuigt uw kind regelmatig?
- Blijft de tepel/speen en de voeding in de mond?
- Slikt uw kind de voeding door en is de ademhaling helder?
- Zijn er geen tekenen van stress, zoals:
– handen openen
– hoofd naar achteren bewegen
– optrekken van de wenkbrauwen
– neusvleugelen
– verslappen van de armen
– voeding uit de mond laten lopen - Blijft de gezichtskleur normaal
- Blijft de aemhaling en hartslag normaal?
Na de voeding
- Zijn er geen tekenen van stress?
- Reageert uw kind normaal?
- Is de ademhaling rustig?
- Spuugt of kokhalst uw kind niet? Een mondje voeding teruggeven is niet erg.
Is uw kind wakker en zoekt uw kind zelf naar de speen of tepel als het de wang aanraakt?
Is de ademhaling rustig?
Ligt uw kind comfortabel en goed gesteund?
Kan uw kind deze houding volhouden tijdens de voeding?
Tijdens de voeding
Blijft uw kind alert en kan uw kind deze houding volhouden tijdens de voeding?
Zuigt uw kind regelmatig?
Blijft de tepel/speen en de voeding in de mond?
Slikt uw kind de voeding door en is de ademhaling helder?
Zijn er geen tekenen van stress, zoals:
– handen openen
– hoofd naar achteren bewegen
– optrekken van de wenkbrauwen
– neusvleugelen
– verslappen van de armen of
– voeding uit de mond laten lopen
Blijft de gezichtskleur normaal?
Blijft de ademhaling en hartslag normaal?
Na de voeding
Zijn er geen tekenen van stress?
Reageert uw kind normaal?
Is de ademhaling rustig?
Spuugt of kokhalst uw kind niet? Een mondje voeding teruggeven is niet erg.